In dit boek leer je ontzettend veel over cavia's door 6 kwisvragen. Vragen waar geniale antwoordsuggesties onder staan. Hierdoor word je meegenomen in de anatomie van cavia's, leer je waar ze vandaan komen, wat beren en zeugen samen heel goed kunnen, hoe cavia's (samen)leven, wat ze eten, hoe je ervoor kunt zorgen dat je geen geëlektrocuteerde cavia krijgt, hoe ze zich gedragen, dat ze een favoriet bruin snackie hebben en uiteraard leer je ook caafs (de taal die cavia's spreken).

En als je al die kwisvragen hebt beantwoord krijg ook nog een heus caaf-diploma! Pwiep pwiep hoera! Ennuh, laat daar snel een handtekening van je ouders onderzetten, want er staat iets heel leuks in de kleine lettertjes 😏. 

Frank en Stijn krijgen voor hun tiende verjaardag een oude kaart met een vreemde spreuk erop. De jongens gaan op onderzoek uit en stuitten op een bijzonder boek, waar de wonderlijkste verhalen in staan. Er moet nog een tweede boek zijn, dat nog bijzonderder en kostbaarder zou moeten zijn. Frank en Stijn gaan op zoek en belanden daardoor in een spannende zoektocht, waarbij ze erachter komen dat het boek misschien wel magisch is! Ondertussen zijn ze ook nog druk bezig met het voorbereiden van hun verjaardagsfeestje én willen ze nog een plan verzinnen voor hun verliefde meester. Komt dat allemaal wel goed?! 

Samen met zijn papa, mama, opa Tak, oma Ketchup en zijn papegaai Pluisje woont Vik in een torenhuis in Kipdorp. Op een dag komt Vik thuis en zegt papa: ‘𝘞𝘦 𝘮𝘰𝘦𝘵𝘦𝘯 𝘫𝘦 𝘪𝘦𝘵𝘴 𝘷𝘦𝘳𝘵𝘦𝘭𝘭𝘦𝘯.’ Iedereen weet dat er na zulk soort zinnen altijd iets ergs komt. En dat gebeurt ook. Opa Tak is ongeneeslijk ziek, hij gaat dood. Vik deed alles met opa Tak, hij is zijn beste vriend.

‘𝘈𝘭𝘴 𝘫𝘦 𝘮𝘪𝘫 𝘮𝘪𝘴𝘵, 𝘬𝘪𝘫𝘬 𝘥𝘢𝘯 ’𝘴 𝘢𝘷𝘰𝘯𝘥𝘴 𝘯𝘢𝘢𝘳 𝘥𝘦 𝘩𝘦𝘮𝘦𝘭. 𝘕𝘢𝘢𝘴𝘵 𝘥𝘦 𝘮𝘢𝘢𝘯 𝘻𝘢𝘭 𝘪𝘬 𝘴𝘤𝘩𝘪𝘵𝘵𝘦𝘳𝘦𝘯 𝘢𝘭𝘴 𝘦𝘦𝘯 𝘴𝘵𝘦𝘳 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘫𝘰𝘶.' Zegt opa, wanneer Vik hem komt knuffelen. De volgende dag is opa Tak er niet meer.

Vik wil naar de maan gaan om dicht bij opa te zijn. Hij probeert het op allerlei manieren, tot hij in de krant van juf Frieda leest dat de Bekwame Astronauten Maatschappij nieuwe leden zoekt die naar de maan willen reizen. Vik neemt meteen de bus naar Sterrendorp en start een astronautentraining. Zal het hem lukken om naar opa Tak te gaan? 

‘𝘐𝘯 𝘦𝘦𝘯 𝘣𝘢𝘬𝘬𝘦𝘳𝘪𝘫 𝘬𝘶𝘯 𝘫𝘦 𝘷𝘦𝘦𝘭 𝘰𝘯𝘵𝘥𝘦𝘬𝘬𝘦𝘯!’, 𝘻𝘦𝘪 𝘣𝘢𝘬𝘬𝘦𝘳 𝘋𝘰𝘰𝘥𝘣𝘳𝘰𝘰𝘥. ‘𝘑𝘦 𝘬𝘶𝘯𝘵 𝘦𝘳 𝘷𝘢𝘯 𝘢𝘭𝘭𝘦𝘴 𝘭𝘦𝘳𝘦𝘯. 𝘖𝘷𝘦𝘳 𝘣𝘳𝘰𝘥𝘦𝘯. 𝘖𝘷𝘦𝘳 𝘵𝘢𝘢𝘳𝘵𝘦𝘯. 𝘌𝘯 𝘰𝘷𝘦𝘳 𝘬𝘰𝘦𝘬𝘫𝘦𝘴, 𝘯𝘢𝘵𝘶𝘶𝘳𝘭𝘪𝘫𝘬. 𝘔𝘢𝘢𝘳 𝘰𝘰𝘬 𝘰𝘷𝘦𝘳 𝘬𝘳𝘶𝘪𝘮𝘦𝘭𝘴. 𝘖𝘷𝘦𝘳 𝘮𝘶𝘪𝘻𝘦𝘯. 𝘌̶𝘯̶ ̶𝘰̶𝘷̶𝘦̶𝘳̶ ̶𝘩̶𝘰̶𝘦̶ ̶𝘫̶𝘦̶ ̶𝘣̶𝘰̶𝘵̶𝘵̶𝘦̶𝘯̶ ̶𝘬̶𝘶̶𝘯̶𝘵̶ ̶𝘷̶𝘦̶𝘳̶𝘮̶𝘢̶𝘭̶𝘦̶𝘯̶ ̶𝘵̶𝘰̶𝘵̶ ̶𝘮̶𝘦̶𝘦̶𝘭̶. 𝘔𝘢𝘢𝘳 𝘵𝘰𝘤𝘩 𝘷𝘰𝘰𝘳𝘢𝘭 𝘰𝘷𝘦𝘳 𝘬𝘰𝘦𝘬𝘫𝘦𝘴. … 𝘌̶𝘯̶ ̶𝘰̶𝘷̶𝘦̶𝘳̶ ̶𝘩̶𝘰̶𝘦̶ ̶𝘫̶𝘦̶ ̶𝘣̶𝘭̶𝘰̶𝘦̶𝘥̶ ̶𝘬̶𝘶̶𝘯̶𝘵̶ ̶𝘨̶𝘦̶𝘣̶𝘳̶𝘶̶𝘪̶𝘬̶𝘦̶𝘯̶ ̶𝘢̶𝘭̶𝘴̶ ̶𝘨̶𝘭̶𝘢̶𝘻̶𝘶̶𝘶̶𝘳̶.̶’

Welkom in Hellevorst! Dit is het grappigste en het griezeligste stadje van het hele land. Rip en Rouw stellen je graag voor aan de meest opvallende inwoners. Of durf je soms niet? Vandaag gaan ze naar bakker Doodbrood. De beste bakker van heel Hellevorst. Heb jij trek in kinderkoekjes, in teennagelkoekjes of in lariekoekjes? Het maakt niet uit! Want hier kies jij niet het gebak … Hier kiest het gebak jou!

'𝘌𝘵𝘦𝘯 𝘫𝘶𝘭𝘭𝘪𝘦 𝘩úí𝘥𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘧𝘦𝘳𝘴?'

𝘐𝘬 𝘥𝘶𝘳𝘧 𝘯𝘪𝘦𝘵 𝘵𝘦 𝘬𝘯𝘪𝘬𝘬𝘦𝘯, 𝘮𝘢𝘢𝘳 𝘒𝘪𝘱 𝘸𝘦𝘭.

'𝘞𝘢𝘵 𝘴𝘮𝘦𝘳𝘪𝘨,' 𝘻𝘦𝘨𝘵 𝘛𝘢𝘳𝘳𝘦𝘭.

Dit verhaal wordt vertelt door Peer. Peer is een kriep. Net als alle andere krieps is hij piepklein en heeft hij vier benen, twee armen en twee voelsprieten. Peer woont met zijn familie in een haarzakje op het hoofd van Jet. Maar hij is naar beneden gevallen en zit nu op Jet haar grote teen. NEEEEEE! Dat is heel erg, want voor zo’n kleine kriep is het heel ver van onderen naar boven. Toch moet Peer wel weer naar boven, naar huis. Gelukkig hoeft hij dit niet alleen te doen, want hij komt al snel zijn irritante zusje Kip tegen. Onderweg ontmoeten ze nog andere wezens, zoals de avontuurlijke klimkriep Tarrel, met zijn magische spinnenragtouw. Met z’n drieën maken ze de lange, gevaarlijke en smerige reis terug omhoog. Met veel snot, kots en andere viezigheid... 

Braverick is een keurig stadje ergens midden in het land. Alles in de stad is spic en span. Ook houden alle inwoners zich braaf aan de regels die de burgermeester heeft opgesteld, regels die ervoor zullen zorgen dat het stadje de prijs van de Netste Stad van het Land zal winnen. Enkele regels zijn: stinken en er onverzorgd uit zien is verboden, je moet altijd op tijd komen, je moet álles opruimen en spelen en lawaai maken is verboden. Niets kan er nog misgaan, Braverick moet en zal de prijs winnen! Maar dan komt Frietje met haar familie…  

Frietje houdt van feest, spelletjes, vrolijkheid en 𝗞𝗔𝗕𝗔𝗔𝗟! Samen met haar ouders opent ze een speelgoedwinkel, Stoute Streken, waarin Frietje een apart ‘winkeltje’ runt waar kattenkwaad uithalen wordt aangemoedigd. Hoera! De ene na de andere jonge Braverick kan de lol en vrolijkheid niet weerstaan en het duurt niet lang voordat ook de volwassenen eindelijk weer hun tralalahopsasa (het plezier in het leven) terugvinden. Hier wordt burgermeester Pietlut helemaal niet blij van. Hij laat Hugo Klikzuur spioneren en zet alles op alles om te zorgen dat iedereen zijn regels blijft volgen. 𝗦𝗔𝗔𝗔𝗔𝗔𝗜! Dat laten Frietje en haar nieuwe vrienden natuurlijk niet gebeuren. Samen, als de Kabaalbende, verzinnen ze een plan om tóch het plezier terug te brengen in Braverick! 𝗞𝗔𝗕𝗔𝗔𝗔𝗔𝗔𝗟!

Giel woont in een heel normaal gezin. Of nou ja, redelijk normaal. Er is wel iets dat een beetje minder normaal is in het gezin, maar joh zo heeft iedereen wel iets toch? Bij het gezin waarin Giel leeft is dat ‘iets’ dat zijn broer Ben in de tuin ligt begraven. Niet voor de grap hoor, nee Ben is gewoon dood. Hartstikke morsdood. Dat klinkt misschien een beetje vreemd, raar of griezelig maar dat is het helemaal niet hoor. Er staat zelfs een prachtige zeilboot boven hem. Giel vindt het wel fijn, zo heeft hij toch het gevoel dat Ben nog een beetje in de buurt is.

Maar ja, sommige mensen houden niet van iets dat een beetje minder normaal is. De familie Azijn en de familie Oorwurm vinden het echt helemaal niks. Ze vinden het vies en onfris en gek. Ze schakelen een maatschappelijk werker, de politie en zelfs een ambtenaar in om het graf weg te krijgen. Ja hallo! Waar bemoeien zij zich nou weer mee? Gelukkig trekt de vader van Giel zich er niks van aan en gaat hij lekker vrolijk verder met zijn bouwprojecten. Projecten waardoor de tuin en het huis er steeds merkwaardiger uit begint te zien. Giel zijn vader heeft namelijk een plan! 

Tuf is het stoerste meisje van de oertijd. De oertijd vond lang geleden plaats. Lang, lang geleden. Gelukkig hadden ze toen wel al knuffels, want die zijn zoals iedereen weet enorm belangrijk. Helaas is Tuf haar knuffelkonijn plotseling verdwenen. Dus ze moet op zoek. Samen met haar vriend Isidoor (de gaapkat dus) begint ze aan een spannende en grappig zoektocht door de groene vallei. Tijdens de tocht trotseren stinkende reuzekalkoenen, slijmerige girafslakken, siddercavia's, trillende boortorren, giftige neushoornkevers en nog meer andere oertijdwezens. Maar vindt Tuf ook haar knuffelkonijn?

Woohoo! Het is kerst! Leu-heuk!!! Maar niet voor De Grompus. De Grompus heeft een hekel aan heel veel dingen. Maar als er één ding is wat De Grompus nog verschrikkelijker vindt dan wat dan ook is het KERSTMIS.

Van spruitjes houdt hij wel. Maar dan blijkt dat alle spruitjes uitverkocht zijn omdat al die stomme inwoners van zijn stad ineens spruitjes willen eten met kerstmis. AAAAAAAAAAAAAARGHHHH!

Kerstmis moet stoppen! Daarom verzint De Grompus zijn 𝘎𝘭𝘶𝘪𝘱𝘦𝘳𝘪𝘨𝘦, 𝘎𝘳𝘶𝘸𝘦𝘭𝘪𝘫𝘬𝘦 𝘒𝘦𝘳𝘴𝘵𝘱𝘭𝘢𝘯. 

𝘉𝘈𝘔! 𝘡𝘈𝘗𝘗! Het vorige bizarre avontuur zit er nog maar net op wanneer de Game Helden alweer in een volgende belevenis belanden. Op klaarlichte dag worden ze na een potje voetballen de ruimte in ontvoerd door aliens! Dit keer zijn de helden niet alleen, ze worden vergezeld door hun superkrachtloze klasgenoot Bilal - die wel enorm goed kan voetballen. Gelukkig maar, want daar ver weg in het heelal is een toernooi bezig tussen de beste alien-voetbalteams uit het hele universum. De Game Helden (en Bilal) worden gedwongen om mee te doen en het toernooi te winnen, anders zullen ze hun thuis nooit meer terug zien. Als ze verliezen zal de aarde worden veroverd... De regels van het voetbalspel zijn echter heel anders dan ze gewend zijn. Slecht anders... En tot overmaat van ramp hebben ze hun verwisselde krachten sinds het gevecht tegen de robots ook nog niet onder controle! Zal het de Game Helden lukken om hun tegenstanders te verslaan en weer veilig thuis te komen?! 

In dit verhaal maak je kennis met een heel bijzondere familie de Vries, ze zijn namelijk zo griezelig dat ze ook wel de Vriezels genoemd worden. Appel Vriezel maakt deel uit van het gezin, samen met haar broertje Falco, haar moeder, haar vader en de zombiezeehond Dooie. De Vriezels zijn griezels met een kleine g. Het gezin belandt na vele verhuizingen in Sudderbeek. Appel is die verhuizingen helemaal zat en wil voorkomen dat ze wéér moeten verhuizen, maar dan moet ze wel haar grootste angst onder ogen komen door naar school te gaan. Dat is best een probleem, want Appel heeft een soms niet zo’n handige griezeleigenschap: haar enorme oogballen ploppen vaak uit hun kassen en stuiteren overal heen (gelukkig zitten er wel lange zilveren draden aan)! En dat is niet het enige probleem, want er beginnen steeds meer vreemde dingen te gebeuren in het dorp… 

Maas woont op Zanderoog, een doodgewoon eiland met doodgewone mensen. Er gebeuren vrijwel geen spannende dingen. Maar wanneer Modder – de hond van Maas – botten vindt op het strand en deze door de bliksem worden getroffen verandert alles! Er komt een piratenmeisje tot ‘leven’ als skelet: Bobbie Botjes. Maas en zijn nieuwe vriendin Amira moeten hun best doen om Bobbie verborgen te houden, want een lopend piratenskelet is veel te spannend voor al die doodgewone mensen. En de burgemeester van het eiland mag er al helemaal niet achterkomen! Maar tijdens het verstoppen van Bobbie gebeurt er iets verschrikkelijks, iets wat ervoor zorgt dat niet veel later het hele eiland gevaar loopt…

𝘡𝘈𝘗𝘗𝘒𝘕𝘈𝘓𝘓!!! Na een middag lasergamen gaan Phileine, Puck en Manú nog even mee met Raff. In zijn slaapkamer komen ze tot een verschrikkelijke ontdekking: BLAAG DE BLOB IS ONTVOERD DOOR DE LEEUWIN! De Game Helden gaan meteen over tot actie en speuren De Leeuwin op. Het enige wat ze hoeven te doen is geruisloos inbreken in het zwaarbeveiligde gebouw, Blaag zoeken en hem vervolgens weer meenemen naar huis. Makkie! ... Toch? 

Ramon is een bizon. Een heel bijzondere bizon, want hij woont op de pagina’s van een boek waarin hij zelf de held is. Met Giel, zijn mens, beleeft hij allerlei avonturen. Ze zijn onafscheidelijk. Maar dan gebeurt er iets verschrikkelijks (nog verschrikkelijker dan het bestaan van dinosaurusboeken)! Giels moeder neemt Ramon per ongeluk mee wanneer ze zijn geleende boeken terugbrengt naar de bibliotheek. Hij verdwijnt in een zee aan boeken, valt flauw en KOMT UIT ZIJN BOEK! Nu moet hij zijn Giel nog terug zien te vinden, maar dat is makkelijker bedacht dan gedaan... 

Vuurtorenbeer is altijd vrolijk. Elke morgen denkt hij: ‘Wat bof ik toch dat ik een Vuurtorenbeer ben!’. Op het eiland waar hij woont verveelt hij zich nooit. Hij kan surfen op de golven, zoekt schelpen en speelt met zijn vriend. Vuurtorenbeer zijn, dat is echt het mooiste wat er bestaat. Maar dan komt de postboot, met een dik pak kranten. Er staat een nieuwe serie in. Over Avonturenbeer. Spánnend! Vuurtorenbeer kan niet meer stoppen met lezen over de gevaarlijke en stoere dingen die Avonturenbeer meemaakt. Wanneer hij de laatste krant dichtslaat is alles ineens anders. Wat is Vuurtorenbeer zijn leven toch saai! En het eiland waar hij woont is stom, klein, plat. Maar dan komt de storm…

Obi krijgt nieuwe buren. Voor jou is dat misschien niet zo raar, maar voor Obi is dit heel bijzonder. Hij woont op Het Einde en in die straat verhuist nooit iemand. Maar ineens staan daar drie grote houten kisten voor Villa Pavlova. Vast de spullen van de nieuwe inwoners die in de villa van de oude gravin komen wonen. Natuurlijk gaat Obi op onderzoek uit, want wie weet komen er wel kinderen te wonen! Of hebben de buren leuke huisdieren! Wanneer Obi de buren ziet blijken ze wel heel speciaal te zijn: het is een familie tapirs! Obi wordt meteen begroet met een kakje dat naar zijn hoofd wordt gegooid.  

‘Lig ik in bed – zie ik een spook.⠀

⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀ ⠀⠀⠀⠀Ik roep: ‘Waa! Ho! Spook!’

Zegt dat spook: ‘Waa! Ho! Yas!’

⠀⠀ ⠀⠀⠀⠀Ik zeg: ‘Hoe weet je mijn naam?’

Zegt dat spook: 

‘Hoe weet jij mijn naam niet?’

⠀⠀⠀⠀ ⠀ ⠀⠀⠀ Ik: ‘Ken ik jou dan?'

Hij meteen kwaad. 'WAAAH!’ roept hij. ‘IK HEET KWAKABUBBELHUPPELAPPELTAART EN DAT WEET JE BEST!’ 

Roya, haar drie broers en hun ouders hebben na 5 jaar in azc's te hebben doorgebracht eindelijk een huis. Ze mogen in Nederland blijven, hoeven niet meer terug naar hun land waar het gevaarlijk is. Een hele opluchting! Echter ontbreekt er nog één ding in het huis: een huisdier. Het gezin gaat naar de dierenwinkel en Roya kiest een wit dwergkonijn uit: Misjka. Misjka blijkt de sterspeler in het verhaal te zijn, want door Misjka's komst verandert er iets. Er wordt weer gesproken over vroeger, over vrolijke en nare herinneringen, over de vlucht. Misjka zorgt voor meer verbondenheid en liefde binnen het gezin. Maar dan gebeurt er iets vreselijks: op een dag is Misjka verdwenen... 

Ken jij de Tijgerlezenboeken al? Ik hoop het wel, want ze zijn echt geweldig voor jonge kinderen (en stiekem ook wel voor volwassenen)! De verhalen uit deze serie zijn altijd grappig en/of spannend. Ze schreeuwen leesplezier!

De boeken hebben verschillende moeilijkheidsgraden waardoor er boeken zijn voor de net beginnende lezer (zoals Rotkat, Don en Sjon), maar ook boeken voor jonge lezers die al wat meer tekst kunnen/willen lezen.

𝐄𝐫 𝐰𝐚𝐬 𝐞𝐞𝐧𝐬... een prinses die een nette jurk moest dragen. Maar eigenlijk wilde ze dat niet... 🙅🏿‍♀️

Zo begint het eerste boek over Ridder Roa. Nou ja, bijna dan. Eerst heb je op de schutbladen een beetje kunnen lezen wie belangrijke personages in het boek zijn en wat zij leuk vinden. En oké, ook staan er nog wat regels (over hoe sprookjes horen te gaan) voordat je begint. Maar dan is het echt zover! 

Phileine krijgt een vreemd pakketje van De Leeuwin: een dagboek uit de 18e eeuw afkomstig van Bobbie Botjes. Bobbie vertelt dat ze de Bloedsteen gaat stelen van Kapitein Bloedneus. Dat dagboek krijgt Phileine natuurlijk niet zomaar, want De Leeuwin zou De Leeuwin niet zijn als ze niet vreselijk snode plannen had. Ze dwingt de Game Helden terug in de tijd te gaan om de Bloedsteen te stelen zodat ze onsterfelijk kan worden. Natuurlijk verzinnen de Game Helden ook hun eigen plannetje om De Leeuwin te slim af te zijn, maar dat gaat niet zonder een bloederige slag of stoot. 

Rip en Rouw, of Rouw en Rip, wonen in het griezeligste stadje van het hele land: Hellevorst! Rip is de zus van Rouw en Rouw is de broer van Rip. Samen stellen ze je voor aan de excentrieke inwoners. Dit keer is Tuinman Priknetel aan de beurt! 

Laurens en Isabelle zijn beste vrienden. Niet zomaar beste vrienden, maar de bestste vrienden. Dat is namelijk véél beter dan best. Bestste vrienden helpen elkaar altijd, dus ook wanneer Isabelle ontzettend zenuwachtig is voor haar spreekbeurt. Zo zenuwachtig dat ze steeds moet poepen zodra ze begint met oefenen. Er zit niets anders op, Laurens blijft gewoon logeren. Die nacht horen ze gegraaf en gerommel en hoppa, daar is de nogal verstrooide Meneertje Santos. Hij is niet alleen de weg kwijt, maar ook nog eens stekeblind. Want hij is een mol. Een mol met een missie. Hij moet namelijk naar Nairobi, want hij is op zoek naar zijn bestste penvriendin. De kinderen en Meneertje Santos besluiten elkaar te helpen. Ze gaan met hem mee naar Nairobi. Nou ja, dat is in elk geval het plan… 

Een nieuw avontuur met Raff, Puck, Manú, Phileine, Blaag en hun vijanden. Dit keer loopt een schoolreisje naar een dinopark volledig uit de hand. De bus wordt gekaapt door de Leeuwin, Manú stuurt de bus per ongeluk naar de prehistorie en tot overmaat van ramp lopen er enorme levensgevaarlijke dino’s rondom de bus. Wat super gaaf had kunnen zijn, maar niet als er een grote kans is dat je wordt opgegeten. Dus moeten de game helden hun krachten bundelen om weer terug te keren naar het veilige heden. Maar samenwerken met de vijand is zo makkelijk nog niet…

Rip en Rouw, of Rouw en Rip, wonen in het griezeligste stadje van het hele land: Hellevorst! Rip is de zus van Rouw en Rouw is de broer van Rip. Samen stellen ze je voor aan de excentrieke inwoners. Dit keer zijn Tandarts Bibberbeet en Juffrouw Spinnewiel aan de beurt!

Je hebt grote, stoere en sterke Vikingen die houden van gevaar, plunderen, veroveren en knokken. En je hebt Leif. Leif is zeg maar het tegenovergestelde van de rest in het Vikingdorp. Leif is minder sterk, minder gespierd, minder heldhaftig, minder stoer, minder krachtig. Een grote slapjanus, dat is ‘ie dan weer wel. Als skald heeft ook niemand wat aan hem want hij zingt nog valser dan een kraai met een zware keelontsteking en verhalen vertellen aan publiek is ook niet zijn ding. Ja, over trollen misschien… Dat is nog iets waarin Leif verschilt met de rest: hij gelooft dat trollen echt bestaan. Wat een mafklapper! Ravna, Leif zijn zusje, schaamt zich kapot voor haar grote broer. Wanneer alle volwassenen weggaan om te plunderen en jonge Ravna de leiding krijgt heeft ze helemaal niets aan haar grote, slappe broer… Toch?  

Op de enige dag van het jaar dat er eindelijk iets in Kleinbrugge te doen is, vraagt (eist) Magenta hulp van Elsie. Magenta heeft nogal wat problemen veroorzaakt met haar magische webwinkel en het klantencontact verloopt al helemaal niet goed. Sterker nog: Magenta dreigt haar vergunning te verliezen. Krankzinnig! Gelukkig weet Elsie ALLES over klantenservice, dus gaat ze maar al te graag in op het aanbod om weer naar de toren te komen. Maar alleen orde brengen in de chaos is niet alles, er is ook nog een Magische Spiegel met een geest erin, Corbett is in de rui, en het hoogtepunt van haar ‘vakantie’ (een bezoekje aan de Magische Betoveringsbazaar) loopt ook niet zoals gepland… En dan moet ze ook nog eens zien wat hét hebben nou eigenlijk betekent. 

Dit deel gaat meteen verder na het eerste deel, waarin Raff, Puck, Phileine en Manú een game speelden en monsters versloegen. Nu blijkt dat ze hun speciale krachten hebben meegenomen naar de echte wereld! WAJOOOOW! Puck kan vliegen, Phileine kan zich verdubbelen, Raff spreekt alle talen (dus ook die van de geweldige Blaag de Blob!) en Manú kan portalen openen. Uiteraard moet ook dat laatste uitgeprobeerd worden en wordt er een portaal geopend naar het Wilde Westen. Daar zien ze hoe een zombie-cowboy een paard aanvalt. BRAINS! Wanneer ze het dier proberen te redden, sluit het portaal en tot overmaat van ramp wordt Manú ontvoerd. Samen met Blaag moeten de helden het opnemen tegen de zombie-cowboys en hun super gevaarlijke meester: het woeste tentakelmonster.   

Denk je dat een tijger niet in je bed zou willen slapen, of dat tijgers geen vrienden kunnen zijn met geiten? Nou, dan help ik je even uit die dromen. Alles in dit boek is namelijk waargebeurd! Natuurlijk willen tijgers ook een lekker bedje waar ze niet telkens worden natgeregend. Hou jij van slapen in de regen? Nee? Precies. Wil jij vrienden? Ja? Nou tijgers ook. Soms dan. Maar ook dat ontdek je in dit boek.

"𝘞𝘦𝘭𝘬𝘰𝘮 𝘪𝘯 𝘩𝘰𝘵𝘦𝘭 𝘏𝘢𝘣𝘣𝘦𝘬𝘳𝘢𝘵𝘴. 𝘓𝘦𝘶𝘬 𝘥𝘢𝘵 𝘫𝘦 𝘦𝘳 𝘣𝘦𝘯𝘵! 𝘑𝘦 𝘩𝘰𝘦𝘧𝘵 𝘫𝘦 𝘩𝘪𝘦𝘳 𝘨𝘦𝘦𝘯 𝘮𝘰𝘮𝘦𝘯𝘵 𝘵𝘦 𝘷𝘦𝘳𝘷𝘦𝘭𝘦𝘯, 𝘸𝘢𝘯𝘵 𝘸𝘦 𝘩𝘦𝘣𝘣𝘦𝘯 𝘦𝘦𝘯 𝘥𝘳𝘶𝘬 𝘱𝘳𝘰𝘨𝘳𝘢𝘮𝘮𝘢 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘫𝘦 𝘴𝘢𝘮𝘦𝘯𝘨𝘦𝘴𝘵𝘦𝘭𝘥! 𝘞𝘪𝘭 𝘫𝘦 𝘸𝘦𝘵𝘦𝘯 𝘩𝘰𝘦 𝘥𝘦 𝘥𝘰𝘰𝘥 𝘳𝘶𝘪𝘬𝘵? 𝘏𝘰𝘦 𝘦𝘦𝘯 𝘨𝘦𝘦𝘴𝘵 𝘢𝘢𝘯 𝘥𝘦 𝘵𝘦𝘭𝘦𝘧𝘰𝘰𝘯 𝘬𝘭𝘪𝘯𝘬𝘵? 𝘖𝘧 𝘩𝘰𝘦 𝘳𝘢𝘵𝘵𝘦𝘯 𝘬𝘶𝘯𝘯𝘦𝘯 𝘩𝘦𝘭𝘱𝘦𝘯 𝘣𝘪𝘫 𝘩𝘦𝘵 𝘵𝘢𝘯𝘥𝘦𝘯 𝘱𝘰𝘦𝘵𝘴𝘦𝘯? 𝘋𝘢𝘯 𝘣𝘦𝘯 𝘫𝘦 𝘩𝘪𝘦𝘳 𝘢𝘢𝘯 𝘩𝘦𝘵 𝘫𝘶𝘪𝘴𝘵𝘦 𝘢𝘥𝘳𝘦𝘴. 𝘐𝘬 𝘣𝘦𝘯 𝘍𝘳𝘢𝘯𝘤𝘪𝘴, 𝘥𝘦 𝘱𝘪𝘤𝘤𝘰𝘭𝘰 𝘷𝘢𝘯 𝘩𝘦𝘵 𝘩𝘰𝘵𝘦𝘭. 𝘐𝘬 𝘣𝘦𝘨𝘳𝘰𝘦𝘵 𝘨𝘢𝘴𝘵𝘦𝘯, 𝘴𝘫𝘰𝘶𝘸 𝘮𝘦𝘵 𝘬𝘰𝘧𝘧𝘦𝘳𝘴, 𝘦𝘯 𝘭𝘰𝘴 𝘮𝘰𝘰𝘳𝘥𝘻𝘢𝘬𝘦𝘯 𝘰𝘱. 𝘋𝘶𝘴... 𝘻𝘢𝘭 𝘪𝘬 𝘫𝘦 𝘯𝘢𝘢𝘳 𝘫𝘦 𝘬𝘢𝘮𝘦𝘳 𝘣𝘳𝘦𝘯𝘨𝘦𝘯?"

Floris zijn leven wordt nogal moeilijk gemaakt door de stomme pestkop Arjan en zijn buddies. Vrolijk zijn is niet echt iets voor Floris. Daarom heet hij ook geen Vro, maar wordt ‘ie Vlo genoemd. Niet omdat hij Vlolijk of Vloos is, maar omdat hij volgens de pestkoppen lijkt op een Vlo. Maar dan verandert alles. Er komt een nieuw meisje in zijn klas, Stiekel. Een piepklein meisje met felrood haar en felgekleurde kleding. En Stiekel trekt zich nergens wat van aan. Ze durft alles, doet wat ze wil en is het tegenovergestelde van Vlo. Ze worden vrienden en samen nemen ze het op tegen Arjan en zijn moeder. Daar komen veel pratende vliegen bij kijken. En een soort van tuinkabouter. En een vieze teennagel. En nog veel meer.  

Prinses Super woont in Jippie, een land waar iedereen de hele dag vrolijk is. Waar de inwoners een blij dansje zouden doen wanneer hun huis in de fik vliegt. Want het was toch tijd voor een ander interieur. En het opruimen van puin is toch mega gezellig? Zo gaat het daar ongeveer. Super vindt het vreselijk, want zij kan naast blij ook extreem humeurig zijn. Trouwen met een overdreven blij persoon ziet ze dus echt niet zitten, maar helaas moet ze toch iemand vinden en gaat ze naar het land Grom, waar alle inwoners juist wel klagen en alles vreselijk vinden. Op zoek naar iemand die niet zo overdreven blij is, maar ook niet altijd overdreven chagrijnig. En dat is niet zo'n makkie.   

Fietje woont samen met haar familie in het zuiden van Nederland. In hun tuin staat een duivenhok met prachtige duiven, waar Fietje samen met haar broer voor zorgt. Dan begint de oorlog en nemen de Duitsers alles in beslag, ze willen zelfs de duiven! Het gezin verzint daarom een plan zodat niet alle duiven worden ingenomen. Een paar duiven moeten worden ingeleverd en de rest moet onderduiken in de kelder. Zullen de duiven ooit weer samen komen en kunnen vliegen?