Ja hoor het is weer zover. Mus heeft een nieuw avontuur gevonden! Het vorige avontuur is nog maar net voorbij wanneer er een schip van glas aanmeert in de haven van Zeeburgerdam. Niet alleen het materiaal waar het schip van is gemaakt is bijzonder, maar ook de bemanning met hun felgekleurde haren roepen vragen en wantrouwen op bij Mus en haar vrienden. Dat wantrouwen vervaagt als zand bij vloed zodra de kapitein van het schip Mus en haar kameraden uitnodigt om mee te doen aan het mega spannende en legendarische Tetra Toernooi. Een levensgevaarlijk toernooi dat op een drijvende stad in de oceaan plaatsvindt, waar je iets heel waardevols kunt winnen. En wanneer je denkt dat het in dit boek alleen gaat over het toernooi heb je het mooi mis. De nog steeds niet uitgesproken geheimen en emoties reizen namelijk gewoon weer lekker mee. En daar komt nog zoveel meer moois, spannends en mysterieus bij.
Zo. Ik ga gewoon nog een keertje zeggen wat ik bij de eerste twee delen ook deed, namelijk: DIT DEEL SCHREEUWT AVONTUUR! Maar niet alleen dat. Nee, dit deel gaat dieper. Klampt zich vast aan je, eerst aan je handen zodat je het niet kan wegleggen, maar daarna verdwijnt het in je hersenen. Om daar te blijven. Om daar mooie woorden en lessen te verzamelen. Om je te laten fantaseren hoe geweldig het leven als een piraat zou zijn. Meestal dan. En om je tijdens het rondlopen op straat hardop te laten grinniken als je uit het niets een moment met Kromme Kareltje herinnert.
Toen ik dit boek uit de doos haalde maakte ik een filmpje voor Kevin, want die arme lieve schrijver was nog op vakantie en had zijn boek nog niet in handen gehad. Om mij met mijn piepstem en snelle enthousiaste gepraat een filmpje te laten maken was misschien niet het beste idee, maar daardoor heb ik wel mijn eerste reactie vastgelegd. En die is alleen maar positief. Oke nee, dat is een leugen. Ik was namelijk wel een heeeeel klein beetje ontdaan dat het leeslintje ontbreekt in dit deel. WAAROM?! 🥺 Gelukkig viel dat in het niet bij de rest wat me meteen opviel: de prachtige schutbladen met een prachtige tekening van De Parasela, de schitterende illustraties van de geweldige Linde Faas. Waarbij ik bij elke illustratie even naar adem hapte. De kleuren, de sfeer, ik kan altijd volledig wegdromen bij haar illustraties. Toen ik van achteren naar voren bladerde kwam ik als laatste aan bij de eerste illustratie van het boek, waar ik bijna een hartverzakking van kreeg. Er gebeurt namelijk iets. Natuurlijk gebeurt er de hele tijd iets, maar hier gebeurt echt iets. Iets heel erg iets. En dat is ontzettend voelbaar als je naar het vastgelegde moment kijkt. Prachtig en hartbrekend tegelijkertijd.
Dan nu naar de tekst. In het begin van het boek staan allemaal toffe quotes van kinderen die Mus als eerder mochten lezen. Om jaloers van te worden toch? Echt geweldig dat zij die kans hebben gekregen! Na de quotes komt een heel mooi stukkie voor Niels. Ik hoop dat iedereen die dit boek leest onthoudt hoe sterk het is als je volledig jezelf bent bij anderen en dat je niet sterft als je buiten de hokjes denkt. En dan begint nu het verhaal.
Net zoals in de vorige delen word je er meteen volledig ingezogen. Het avontuur, de warmte, de humor, het leedvermaak, de vertrouwde personages waar ik zo ontzettend van houd: alles is meteen weer terug. Het voelt al thuiskomen op een erg fijne plek, waar je geliefd wordt en waar je altijd kan zeggen wat je wil. Lieve, geweldige Kareltje is ook meteen in topvorm. De (meestal) walgende dingen die hij doet zijn weer heerlijk beeldend geschreven waardoor je het altijd voor je ziet en soms misschien een beetje moet kokhalzen, maar waar je tegelijkertijd volledig van geniet. Ook Mus is meteen op dreef en ik herken mezelf helemaal in haar geratel. Net zoals nu ik dit aan het schrijven ben. 𝘎𝘢 𝘫𝘦 𝘭𝘦𝘬𝘬𝘦𝘳? Ik ga zeker lekker, dus ik ga lekker door.
Mijn favoriete stoere vaderfiguur is er gelukkig ook weer bij. De cynische, grommende, lieve Kapitein Kwaadbaard. Wat zou ik hem toch graag een knuffel willen geven. Vooral na dit deel. En tijdens dit deel natuurlijk. Lieve Kwaadbaard die, zoals ik me voorstel, al zoveel dingen in zijn leven heeft meegemaakt.
Een monster van woede in zijn hoofd heeft gehad. Vele Keelbranders in zijn keel heeft leeggegoten. Een man die veel verwoesting heeft gezien. Verwoesting waar hij ook zeker zelf aan bijgedragen heeft, maar waar hij ook veel van heeft geleerd. Als je dit leest Kevin, wil jij Kwaadbaard dan een knuffel van me geven?
Naast de emoties die ik bij Kwaadbaard ervaar is er nog een zinnetje waar ik een hevige emotie bij ervaar. ‘Ik zag je niet.’ Met wijd opengesperde neusvleugels staarde ik naar de woorden, klaar om te vechten. Gelukkig blijft deze emotie niet lang hangen, al is dit stukje me wel het hele verhaal bijgebleven, waardoor ik sterk twijfelde aan de intenties van de desbetreffende persoon. Elke keer wanneer er een momentje was had ik dit weer. Zelfs tijdens het bruggetje.
Gelukkig zijn er nog genoeg andere personages die ik wel te gek vind, waaronder de bemanning van De Amorfe. In dit deel maak je kennis met mensen die vaak in hokjes geplaatst worden, maar die in dit verhaal (zoals het ook in onze wereld zou moeten zijn) volledig worden geaccepteerd zoals ze zijn. En de inclusiviteit is heerlijk om te lezen. Het hoort er gewoon bij, het is normaal, niemand kijkt ervan op. En dat is hoe het zou moeten zijn vind ik. Laat anderen lekker zichzelf en gelukkig zijn.
Al is zeker niet alles rainbows and unicorns in dit deel. Er komt veel meer bloed en geweld in voor. Lekker hakken en lijden. Ik hou ervan! En Kromme Kareltje ook, om maar weer even op hem terug te komen. Op pagina 99 kwam het drinken bijna mijn neus uit. Ook de grap op p. 157 zorgde voor een grinnik. Ik hou zoveel van dat mannetje. En die liefde wordt later in het verhaal alleen maar groter. Naast het geweldige geweld en de smerigheid wordt er ook lekker gescholden. Met vis. Geniaal bedacht. Ook is er Blijbitter. Nemen op eigen risico.
De knappe Maurits waar Mus zenuwachtig van wordt is natuurlijk ook terug. In de vorige delen leerden we hem kennen als de zoon van Kwaadbaard. Iets waar beide partijen niet precies wisten mee om te gaan na het herzien. Of dat in dit deel verbetert vertel ik lekker niet, maar natuurlijk komt dit thema wel weer terug in het verhaal.
Op p. 231 werd ik weer even kapot geslagen met een quote. Gek hoe iets je soms zo kan raken. ‘Soms moet iemand voelen wat hij niet heeft om te weten wat hij mist. Je kunt niet alles in het leven zo regelen als je dat zelf wilt.’ En ik denkt dat ik hierdoor eindelijk weet waarom de ‘Soms is iets heel mooi omdat je niet weet wat het is.’ uit het vorige deel mijn keel deed branden. Liefde, veiligheid, aandacht. Wat je niet hebt maar waar je wel naar verlangt ga je uiteindelijk diep in je hart missen. En als je dit dan wel ervaart kan dit onbekende heel mooi zijn.
Ook dit is maar al te herkenbaar voor mij: ‘Ik probeer te lachen en het monster te negeren, maar het komt naar buiten. Ik kan er niets aan doen.’ Dit heb ik vele lange slopende periodes ervaren. Niet dat ik een keus had, want het monster kon immers niet genegeerd worden. Maar wel verslagen! En dat gun ik de persoon die deze zin zegt ook. En ieder ander die vecht tegen monsters in zijn hoofd.
Zoals je hebt gelezen, als je door dit eeuwigdurende stuk bent gekomen, is dit niet alleen een boek vol avontuur. Dit is een boek vol gevoel, vol humor, vol spanning, vol geweldige personages, vol inclusiviteit, vol moeilijke dingen en ook gevuld met een beetje rouw. Het is mijn favoriete deel tot nu toe. Tot nu toe, ja, want er komt ook nog een vierde deel. En na het lezen van de epiloog heeft Kevin er (alweer) voor gezorgd dat je hier nagelbijtend en extreem ongeduldig op gaat wachten. Ik heb er zin in. Nog meer dan dat ik zin had in dit deel, want er zijn zoveel dingen gebeurd. Ik wil voor altijd meer van de wereld van Mus en haar familievrienden. 🖤
-
Auteur: Kevin Hassing
Illustrator: Linde Faas
Uitgever: Luitingh-Sijthoff