Voor Acht is elke dag hetzelfde. Samen met duizenden andere meisjes – die er allemaal hetzelfde uitzien – wordt ze klaargestoomd voor een bestaan overzee. Voor een bestaan om de bezielden te dienen. Er is geen verschil tussen de meisjes, iedereen moet zich hetzelfde gedragen, voert dezelfde monotone taken uit. En ben je toch anders, dan is het geringe bestaan dat je hebt verloren want de zieners zullen dit zeker opmerken. Niets zijn, dat is wat Acht moet doen. Maar Acht voelt zich niet niets, ze voelt zich een iemand. Terwijl ze die iemand probeert te verbergen ziet ze 𝒉𝒂𝒂𝒓 en dan is er geen weg meer terug.
Ik kan hier een heel verhaal gaan ophangen over hoe geweldig goed dit boek in elkaar zit, maar de precieze waarom kan ik niet onder woorden brengen zonder er te veel over te verklappen, zonder iets van de indrukwekkende beleving die je tijdens dit verhaal meemaakt weg te nemen. Dit boek moet je - zoals in vrijwel alle recensies staat – zelf ervaren.
Daarom bespreek ik hier mijn eigen persoonlijke leeservaring met enkele quotes. Wil je lezen wat er in mijn hoofd omging? Lees dan vooral verder. Dit zal ik doen zonder dingen te verklappen, met uitzondering van de korte quotes die ik deel.
‘𝘞𝘢𝘢𝘳𝘰𝘮 𝘬𝘰𝘴𝘵 𝘩𝘦𝘵 𝘮𝘪𝘫 𝘴𝘰𝘮𝘴 𝘻𝘰𝘷𝘦𝘦𝘭 𝘮𝘰𝘦𝘪𝘵𝘦 𝘰𝘮 𝘥𝘪𝘯𝘨𝘦𝘯 𝘵𝘦 𝘭𝘢𝘵𝘦𝘯? 𝘔𝘰𝘦𝘪𝘵𝘦 𝘰𝘮 𝘥𝘪𝘯𝘨𝘦𝘯 𝘵𝘦 𝒅𝒐𝒆𝒏, 𝘰𝘬é, 𝘮𝘢𝘢𝘳 𝒍𝒂𝒕𝒆𝒏? 𝘋𝘢𝘵 𝘬𝘢𝘯 𝘵𝘰𝘤𝘩 𝘯𝘪𝘦𝘵 𝘻𝘰 𝘮𝘰𝘦𝘪𝘭𝘪𝘫𝘬 𝘻𝘪𝘫𝘯?’
Tijdens de eerste pagina’s ging mijn hoofd meteen aan, ging ik alle films en verhalen bij langs die iets met de sfeer in het boek te maken konden hebben. Maar mijn emotierollercoaster begon bij deze quote, een quote die me terugbracht naar mijn gemoedstoestand in de periode toen ik ‘Films die nergens draaien’ las. En daarvoor. En nu soms nog steeds. Ik legde een verband met Cato uit ‘Films die nergens draaien’, waar ik zo van onder de indruk was. Cato die ik zo enorm graag wilde beschermen omdat ze zo erg aan het afgeven was op zichzelf. Wilde knuffelen. Een beschermingsmechanisme die ik eigenlijk had opgestart voor mezelf, leerde ik later, maar dat is weer een heel ander lang verhaal. Hoe dan ook, ik voelde alweer van alles en ik was nog maar bij bladzijde 13. Heerlijk!
‘𝘕𝘪𝘦𝘮𝘢𝘯𝘥 𝘷𝘢𝘯 𝘩𝘦𝘯 𝘴𝘱𝘳𝘦𝘦𝘬𝘵 𝘰𝘰𝘪𝘵 𝘦𝘦𝘯 𝘸𝘰𝘰𝘳𝘥. 𝘕𝘪𝘦𝘵 𝘵𝘦𝘨𝘦𝘯 𝘮𝘪𝘫, 𝘯𝘪𝘦𝘵 𝘵𝘦𝘨𝘦𝘯 𝘦𝘦𝘯 𝘢𝘯𝘥𝘦𝘳. 𝘕𝘪𝘦𝘮𝘢𝘯𝘥 𝘥𝘪𝘦 𝘰𝘱𝘬𝘪𝘫𝘬𝘵, 𝘦𝘦𝘯 𝘢𝘯𝘥𝘦𝘳 𝘢𝘢𝘯𝘬𝘪𝘫𝘬𝘵. 𝑴𝒊𝒋 𝒂𝒂𝒏𝒌𝒊𝒋𝒌𝒕.’
Als ik kon huilen had ik dit meteen gedaan. Eenzaamheid, (zelf)liefde en waardering blijven voor mij denk ik altijd een ding, een raakpunt. Nog steeds grijpt het me soms vast bij mijn keel. En dat is meestal oké. Nog meer stukjes die dit oproepen zijn: ‘𝘋𝘦 𝘥𝘢𝘨𝘦𝘯 𝘩𝘦𝘳𝘩𝘢𝘭𝘦𝘯 𝘻𝘪𝘤𝘩.’ en ‘𝘐𝘬 𝘣𝘦𝘯 𝘯𝘪𝘦𝘵𝘴.’ maar vooral ook de frustratie van: ‘𝘐𝘬 𝘸𝘪𝘭 𝘯𝘪𝘦𝘵 𝘯𝘪𝘦𝘵𝘴 𝘦𝘯 𝘪𝘬 𝘷𝘪𝘯𝘥 𝘯𝘪𝘦𝘵 𝘯𝘪𝘦𝘵𝘴.’ Ik vind het zo fijn dat ik eindelijk weer echt werd geraakt door een verhaal.
Yorick heeft het gewoon weer voor elkaar gekregen, heeft weer een verhaal geschreven dat tot diep onder mijn huid is doorgedrongen. Een verhaal met prachtige zinnen die je volledig in de ban kunnen nemen en waar je steeds maar meer van wil. Wegleggen was voor mij geen optie. Het is zo beklemmend en bizar. Je weet dat er iets staat te gebeuren, iets waardoor je alle hypotheses die je gedurende het lezen hebt bedacht weer kunt verfrommelen en opbranden. Dus ik zeg het nogmaals: ervaar het zelf. Zoals ik bij mijn stukkie over ‘Films die nergens draaien’ zei: het boek kan ik echt aan iedereen aanraden die een adembenemend en ontzettend goed in elkaar gezet verhaal wil lezen. Echt, het zal je niet teleurstellen!
-
Auteur: Yorick Goldewijk
Illustrator: Yvonne Lacet
Uitgever: Ploegsma